Leesfragment: Opmerkelijke vrouwen

17 november 2023 , door Josephine Rombouts
|

Nu in onze boekhandels, en dinsdag 28 november is de boekpresentatie bij Athenaeum Boekhandel Spui: Josephine Rombouts nieuwe boek Opmerkelijke vrouwen. Lees nu de inleiding en koop dat boek!

Een talent hebben maar het niet mogen ontwikkelen omdat je een vrouw bent. Het was vele eeuwen de realiteit, maar er waren altijd individuen die het toch lukte hun gaven te ontwikkelen. Opmerkelijke vrouwen die tegen de stroom in hun droom volgden of noodgedwongen hun werkterrein verlegden. Beatrix Potter mocht geen wetenschapper worden, maar bleek een fenomeen als kinderboekenschrijver en illustrator. Hedy Lamarr, de mooiste vrouw van Hollywood, legde de grondslag voor gps en wifi, maar het duurde zeventig jaar voordat ze erkend werd als de uitvinder ervan. Jane Austen liet al haar heldinnen trouwen en goede huisvrouwen worden, maar verstopte tussen de regels haar maatschappijkritiek.

In Opmerkelijke vrouwen verdiept Josephine Rombouts zich in de levens van vorstinnen en kokkinnen, wetenschappers en ondernemers die schier onmogelijke hordes moesten nemen om tot hun bijzondere prestaties te komen.



 

Vrouwen en succes
— ter inleiding

Behind every successful woman stands a man who...

Het witte huis stond op een groene heuvel tussen de twee bedrijven in. Aan de ene kant was MacFarlane Garage. Daar was ik al eens geweest met onze Citroën, die het makkelijker had toen we nog in Nederland woonden. Zijn nieuwe leven in een afgelegen gebied aan de westkust van Schotland vergde wel behoorlijk wat meer van hem. Vader en drie zoons MacFarlane hadden ons al moeten helpen met nieuwe veren, lagers en drijfstangen. Nu was het lente en gingen mijn gedachten uit naar het op gang helpen van de tuin van ons nieuwe huis in de Hooglanden.<
‘MacFarlane,’ zeiden de buren weer. ‘Mevróúw MacFarlane,’ verduidelijkten ze, ‘rechts van het woonhuis.’
En zo was het precies: ik kwam eerst langs de garage, zag het witte woonhuis, en daarachter lag inderdaad nóg een gebouw met een groot bord naast het toegangshek: macfarlane’s plant nursery.
Ik kon het niet laten om even te stoppen en het ‘Hij & Zij’- tafereel in me op te nemen. Er worden een heleboel dingen gezegd over mannen en vrouwen en een heleboel dingen ontkend over de verschillen, dus het onverbloemde contrast tussen meneer en mevrouw MacFarlane bracht een frisse wind in mijn door het emancipatiedebat geplaagde hoofd.
Links stonden stalen schuren, met functionele rolluiken en een rij hefbruggen. Een donkergrijze oprit voerde langs rijen geparkeerde auto’s en uit de grote hal klonk het metalige geluid van sleutelende mannen. Er werkten alleen maar mannen, wist ik van mijn bezoekjes. Mr MacFarlane, een stevige kerel met een verlegen glimlach, en zijn drie zoons, alle drie vierkant, verlegen en vakkundig. Je reed bij MacFarlane weg met een stevige rekening maar een perfect opgeknapte auto.
Het witte woonhuis was zo bescheiden dat ik me afvroeg hoe al die zoons daar ooit in gepast hadden.
Rechts ervan was het tuincentrum, waar ik nog niet eerder was geweest. Ik zag het ook pas voor het eerst, want deze weg leidde van het stadje af naar een leeg niemandsland. Daar reed je enkel in als je tot een van de zeer weinige mensen behoorde die daar iets te zoeken hadden. In het sobere donkergroen van dit kale heuvellandschap was het houten gebouwtje met bloembakken aan ieder uitsteeksel een vrolijke uitzondering: rijen potten met bloeisels en kassen waarbinnen van alles rondkronkelde, opveerde en uitbloesemde.
Iemand toeterde achter me, er was toch iemand die het niemandsland in wilde rijden. Goed, tijd voor mij om ermee op te houden genderproblemen op de wereld te projecteren, wat plantjes te gaan kopen en een schoffel.
behind every successful woman stands a man who... stond er in koeienletters op de muur boven de toonbank. Waren we toch weer bij mannen en vrouwen. De woorden in karmozijnrood op de witte muur leidden me zozeer af dat ik moest vragen of de vrouw die achter de kassa haar adminis - tratie zat bij te werken haar antwoord kon herhalen.
‘Onze tuingereedschappen staan links van de ingang.’ Ze keek me onderzoekend aan, om te zien of ik haar nu wel had begrepen. ‘Ik wijs het wel even,’ besloot ze, blijkbaar niet overtuigd. Ik keek vast ook niet zo helder uit mijn ogen, want ik was nog bezig in mijn hoofd het originele citaat te zoeken. Dat was toch ‘achter iedere succesvolle man’ en dan nog wat? O ja, ‘staat een sterke vrouw’. Ik kreeg niet lang de tijd om erover na te denken, want mijn gids verdween in een gangpad met zaaigoed. Ik repte me achter haar aan. Ik nam aan dat het mevrouw MacFarlane zelf was, ze was klein, tenger, met haar haren in een functionele knot. Heldere ogen en rustige, doelmatige bewegingen.
‘Spear & Jackson is een robuust merk.’ Tuinieren in de Hooglanden was wat heftiger dan op de zandgrond waar ik vandaan kom, ik voelde me net tewerkgesteld in een soort steengroeve. Mevrouw MacFarlanes aanbod aan tuingereedschap was op de rotsige bodem aangepast. Ik keek nog eens naar de vrouw naast me, ‘tenger’ was het verkeerde woord geweest; om hier iets uit de grond te krijgen, laat staan een tuincentrum op te richten moet je kracht in je armen hebben. Ik keek naar haar schouders in de kaki werkblouse, haar armen en handen. ‘Pezig’, dat was het woord.
‘Ja, heel erg bedankt. Ik kijk even.’ Ze liep terug naar de toonbank. Tussen de varens en hangplanten door zocht ik naar de grote letters, ik wilde graag het einde van de zin lezen.

behind every successful woman stands a man who didn’t believe she could do it.

Ik kreeg een spontane hiklach. Nou, mevrouw MacFarlane, maak van je hart geen moordkuil. En ja, blijkbaar was er nog steeds iets te zeggen over het verschil tussen mannen en vrouwen. Door vrouwen die hun eigen bedrijf hadden opgericht. En wilden laten weten wat het aandeel van hun man daarin was geweest.
Terwijl ik de schoffels bekeek, dacht ik aan het leven van de MacFarlanes. MacFarlane trouwde een vrouw, die daarna ook MacFarlane heette. Ze kregen drie zoons. Zat ik er ver naast als ik dacht dat zij de zorg voor huishouden en kinderen op zich nam en hij zijn garagebedrijf startte? Mevrouw MacFarlane heeft achttien jaar lang de gymtassen klaargezet, verkoudheden uitgezeten en verjaarspartijtjes overleefd, en de zoons gaan bij vader in het familiebedrijf werken. Nu had ik wel onzichtbaar in de kamer willen zitten op de dag dat mevrouw MacFarlane zei: ‘Ik wil een tuincentrum beginnen.’
Het citaat op de muur wijst erop dat een juichkreet van meneer MacFarlane uitbleef. Zou hij zich hebben afgevraagd wie dan het ontbijt zou klaarmaken, de was zou doen en de trap zou stofzuigen? Of nam hij aan dat het oprichten van een bedrijf vies zou tegenvallen voor iemand die tot dan toe luiers had verschoond?
Ondanks mijn jarenzeventigopvoeding, waarin kreten over vrijheid en gelijkheid de boventoon voerden, heb ik niet het idee dat mannen en vrouwen hetzelfde zijn. Gelijk wel, en hopelijk vrij, maar niet hetzelfde. Dat lijkt me een schokkende inefficiëntie van het ontwerp als al die biologische verschillen, hormonale uithoeken en zielsmatige kleurenrijkdom op precies hetzelfde uit zouden komen.
Ik kon vanuit het raam van de houten schuur links de garage zich zien uitstrekken in een grimmige noodzakelijkheid van stalen loodsen en rode hefbruggen, terwijl rechts de kassen glinsterden met rijen groen en explosies van kleur en bloesemende fruitboompjes.
De verdeling tussen bloemen voor haar en auto’s voor hem was een tamelijk genderbepaalde keuze en zolang iedereen zich daar gelukkig bij voelde, was dat fijn. Maar stel dat mevrouw MacFarlane liever modelbouwspoortreinen had willen verkopen. Of meneer MacFarlane zijn liefde voor damesondergoed had willen omzetten in een leuk bedrijf met nette bediening. De vrijheid om niet alleen een soort te zijn maar ook een individu is toch het allerleukst.
In de geschiedenis zie je mannen vechten voor hun keuzes, moedige mannen die zeggen dat de aarde om de zon draait, ook al konden ze daarvoor op de brandstapel belanden, zoals Galileo Galilei. Mannen die bekentenissen durfden op te schrijven die hen als onvolmaakt individu lieten zien, zoals Jean- Jacques Rousseau. Mannen als Vincent van Gogh, die schilderden wat ze zagen in plaats van wat anderen wilden dat ze zagen. Maar Galileo Galilei, Jean-Jacques Rousseau en Vincent van Gogh mochten zonder begeleiding hun huis verlaten, ze konden zonder aangerand te worden ergens een biertje gaan drinken en ze mochten naar school. Ze waren niet uitgesloten van het recht om naar een openbaar toilet te gaan, een universiteitsbibliotheek te bezoeken of stevige wandelschoenen te dragen.
Ik ging afrekenen en keek naar de vrouw die achter de berg administratie bezig was te bewijzen dat ze het kon.
Wat hadden getalenteerde vrouwen door de eeuwen heen gedaan met hun ambities, vroeg ik me af, toen de apartheidsregels nog van kracht waren? Hoe was het om door de rijstebrijberg van bezwaren, verboden en vooroordelen heen te eten? Werden ze er misselijk van, moe, woedend?
Ik had zo een rijtje vrouwen in mijn hoofd wie het wel was gelukt hun talent uit te leven: Jane Austen, Artemisia Gentileschi, Beatrix Potter. Wat wist ik eigenlijk van de obstakels die ze hadden moeten overwinnen – hadden ze die echt gehad of nam ik dat maar aan? En hoe hadden ze die overwonnen?
MacFarlane rekende snel af met mijn vage overpeinzingen.
‘Zal ik u even helpen om het naar de auto te dragen?’
‘Nee, nee, dank u,’ zei ik gechoqueerd, stel je voor, een vrouw mijn boodschappen laten dragen. Terwijl ik mijn plantjes en tuingereedschap verzamelde, knikte ik naar de letters achter haar.
‘Was het een hele strijd?’
Ze volgde mijn blik naar de muur. Haar ogen vernauwden zich even, toen ontspande ze en haar mondhoeken krulden naar heel tevreden. Zij zat hier in haar eigen bedrijf achter de kassa goed geld te verdienen met werk dat ze zelf had gekozen. Ze hield haar hoofd een beetje schuin en glimlachte: ‘Ach, sometimes they need a little persuasion.’

 

Copyright © 2023 Josephine Rombouts

pro-mbooks1 : athenaeum